dinsdag 7 juni 2011

Emile Zola : 'Nana' (1880)


“Wat haar wel bijbleef was de zucht om veel geld uit te geven, een gevoel van minachting voor de man die betaalde, een voortdurend verlangen met het geld van hem te smijten om dan tenslotte te triomferen in zijn ondergang.” (p.214)

Geïnspireerd door Hippolyte Taine, die het positivisme introduceerde in de humane wetenschappen, is Emile Zola (1840-1902) de grondlegger van het naturalisme in de literatuur. Hij zag de romancier als een empirische wetenschapper. Zijn taak bestaat erin zijn personages in een specifieke omgeving te plaatsen, en vervolgens te bekijken en neer te schrijven hoe ze in de gegeven omstandigheden noodzakelijkerwijze reageren op basis van hun karakter (in hoge mate bepaald door erfelijke factoren) en afkomst.

In zijn 20-delige romancyclus 'Les Rougon-Macquart' wil Zola een zo compleet mogelijk beeld schetsen van het leven in Frankrijk tijdens het Tweede Keizerrijk (1852-1870) onder Napoleon III, een volle neef van dé Napoleon. Vier jaar nadat hij in 1848 democratisch werd verkozen als president, laat hij zich kronen tot keizer. Onder zijn heerschappij wordt Frankrijk doorgaans aanzien als de meest dominante natie in Europa. Samen met de Britten behalen ze een belangrijke overwinning in de Krimoorlog, en ze beginnen zich meer en meer te moeien op wereldvlak. Frankrijk valt met een troepenmacht Mexico binnen en installeert de Oostenrijkse aartshertog Maximiliaan als keizer. Met als doel Amerika verdeeld te houden trachtte Napoleon III via Mexico de zuidelijke Amerikaanse staten te steunen tijdens hun burgeroorlog. Zijn plannen worden gedwarsboomd als Maximiliaan in 1867 wordt geëxecuteerd. Ondertussen is de Pruisische kanselier Bismarck bezig met het oprichten van een sterke Duitse Bond die een steeds grotere bedreiging vormt voor Frankrijk. De Frans-Pruisische oorlog mondt uit in een Duitse overwinning wat meteen het einde betekent van het Tweede Franse Keizerrijk. Elzas-Lotharingen komt in Duitse handen, en Frankrijk wordt weer een republiek.

'Les Rougon-Macquart' is een familiegeschiedenis over verschillende generaties heen die haar aanvang neemt bij stammoeder Adélaïde Fouque. Binnen het huwelijk schenkt zij het leven aan haar zoon Pierre Rougon. Daarnaast zet ze twee, door de smokkelaar Macquart verwekte, buitenechtelijke kinderen op de wereld, Ursule en Antoine Macquart. Deze laatste is de grootvader van Nana (Anna Coupeau, 1852-1870). Zij is de dochter van Gervaise Macquart wiens alcoholische neergang wordt verhaald in 'L'Assommoir' (1877). De reeks stelt Zola in staat zoveel mogelijk verschillende lagen en standen van de Franse bevolking te behandelen. Van generatie op generatie worden ook bepaalde erfelijke afwijkingen doorgeleverd. 'Nana' is de 9de roman in de 'Les Rougon-Macquart' serie. Het verhaal speelt zich af in Parijs tussen de wereldtentoonstelling van 1868 en het moment dat de eerste Franse troepen zich in 1870 richting Duitse grens begeven om de legers van Bismarck het hoofd te bieden. Dit luttele tijdsbestek volstaat voor het variété-meisje Nana om de volledige Parijse beau monde financieel en moreel ten gronde te richten. Spilziek en gulzig werkt het volksmeisje zich op tot de rijzende ster aan het firmament van het Parijse variété-theater als actrice annex prostituee, een eindeloze stoet bankiers en edellieden die zich maar al te graag aan haar zinnelijke voeten werpen, berooid en gebroken achterlatend. Toch is Zola's toon allerminst veroordelend naar zijn personages toe. Stuk voor stuk zijn ze immers niet meer dan een speelbal van de omstandigheden. De roman kan dus eerder gelezen worden als een impliciete kritiek op het regime.