dinsdag 26 juli 2011

Karl May : 'Woudroosje of vervolgingen over de aarde' (1882-1884)


“Hij is van licht en lucht afgesloten, hij is geen mens meer, geen vrij wezen dat zijn eigen lot bestemt, hij heeft geen naam meer, hij wordt geroepen met het nummer van de cel waarin hij zich bevindt.” ('Slot Rodriganda.', p. 320)

Aansluitend bij de blogpost over Emile Zola werpt Karl May's 'Woudroosje' een nader licht op de Franse bezetting van Mexico (1861-1867). De kiem van de Franse invasie, die aanvankelijk actief gesteund wordt door Spanje en het Verenigd Koninkrijk, ligt in de Mexicaanse Hervormingsoorlog. Deze strijd tussen de conservatieve machthebbers en hun liberale tegenstanders mondt in 1860 uit in een overwinning van de liberale Zapoteekse indiaan Juarez. In 1859 leende de toenmalige conservatieve president Miramon 7 miljoen van Frankrijk. In ruil voorzag hij de Fransen echter van schuldbewijzen ter waarde van ruim 75 miljoen. Als Juarez in 1861 officieel (hij was toen reeds 3 jaar president van de tegenregering) aan de macht komt, weigert hij de schulden van de extra 68 miljoen af te betalen. Voor Napoleon III is dit voldoende aanleiding om Mexico binnen te vallen. Al snel blijkt dat hij verdere plannen heeft, namelijk een Franse annexatie van Mexico via Maximiliaan van Oostenrijk die door de Fransen tot keizer van Mexico wordt gekroond. Het zelf nauwelijks beseffend is Maximiliaan niet meer of niet minder dan een marionet van Napoleon die strategisch gebruikt wordt om de hele inval niet als een Franse verovering te laten overkomen aan de internationale gemeenschap. Napoleon hoopt dat de keizer er snel de brui aan geeft, zodat de weg open komt te liggen voor de kroning van de Franse maarschalk Bazaine. Wanneer de Britten en de Spanjaarden deze verborgen agenda in de gaten krijgen, trekken ze zich volledig terug. Vanuit Europa leveren ze daarentegen zelfs wapens en financiële steun aan Juarez. Na het beslechten van hun Burgeroorlog kiezen ook de Verenigde Staten de kant van de republikeinen, en de uitkomst van deze oorlog lijkt onvermijdelijk in het voordeel van Juarez uit de draaien. Vanaf het moment dat Napoleon dit beseft, maken de Fransen zich uit de voeten, en laten ze keizer Maximiliaan aan zijn lot over. Op 19 juni 1867 wordt deze samen met Miramon en zijn rechterhand generaal Mejia geëxecuteerd, en Mexico wordt weer een republiek.

Niet alleen wekt Karl May historische figuren als Maximiliaan van Oostenrijk, Benito Juarez en Otto von Bismarck weer tot leven, maar hij laat ze ook actief deelnemen aan zijn verhaal. 'Woudroosje' brengt daarnaast de mechanismen en motieven van het politieke geïntrigeer achter de schermen naar de voorgrond. Daarbij kiest de Duitse volksschrijver duidelijk kant. Hij steekt zijn sympathie voor Juarez niet onder stoelen of banken, zonder daarbij Maximiliaan te veroordelen. Deze meent het volgens hem goed met de Mexicanen en bij uitbreiding de gehele mensheid, maar heeft een wat zwak en zweverig karakter dat volledig gemanipuleerd wordt door de ware boosdoener Napoleon. Om Juarez Maximiliaan te laten executeren zonder daarbij het wereldbeeld van de Zapoteek in diskrediet te brengen, verzint May er zelfs een derde partij bij die strijdt om de macht. Hun tactiek bestaat erin Juarez in een dusdanig parket te manoeuvreren dat hij niet anders kan dan het hoofd van het keizerrijk terecht te stellen, in de hoop dat de ganse wereld zich van Juarez afkeert en zijn positie niet langer houdbaar is. Hierin vindt May voldoende rechtvaardiging voor wat in zijn ogen onder andere omstandigheden gelijk staat aan een moord.

De roman speelt zich niet alleen af in Mexico, maar voert ons tussen 1847 en 1867 ook naar onder andere Spanje, Frankrijk, Duitsland, Jamaica, Ethiopië en de Stille Zuidzee. De eigenlijke hoofdfiguur van 'Woudroosje' is de Duitse dokter Karl Sternau, een soort geïdealiseerd alter ego van de auteur, die als type doorheen zijn volledige werk zal opduiken, en waaraan de volledige thematiek van het boek wordt opgehangen. Sternau is een fysiek indrukwekkende verschijning met een geweldige lichamelijke en mentale kracht. Hij barst van de levenslust en omhelst de wereld met beide armen. Uit Karl May's werk spreekt een onvoorwaardelijke liefde voor de mensheid op zich, abstractie makend van individuele gevallen, en bij uitbreiding voor het volledige planten- en dierenrijk. Ook voor de wonderbaarlijke pracht van de natuur voorziet hij een prominente plaats in zijn oeuvre. Hij wil de schoonheid van het leven delen met zijn lezers, en aanziet het fnuiken van de levenslust als zowat de grootste misdaad die er bestaat. Het Woudroosje uit de titel verwijst naar Sternau's dochter, die nauwelijks een rol van betekenis speelt in het verhaal. Zij staat eerder symbool voor het goede in het leven, dat altijd zal overwinnen. De hele roman kan opgevat worden als een grootse ode aan het leven en de liefde. Na jaren van ontbering wordt Sternau pas helemaal aan het eind van het boek herenigd met zijn familie. Nooit heeft hij echter de hoop opgegeven, gesterkt door een onwankelbaar vertrouwen in de goddelijke voorzienigheid gecombineerd met zijn eigen kunnen. Hiervoor rekent hij niet enkel op zijn kracht, maar getuigt hij daarnaast van een rotsvast geloof in de logische rede en in aangeleerde kennis, op welke manier die ook werd verkregen. Als gediplomeerd arts bewandelde Sternau sowieso de weg van de academische opleiding, maar ook zelfstudie en lering door observatie draagt hij hoog in het vaandel. May kijkt zeker niet neer op boekenwijsheid, eerder integendeel; in andere werken wordt deze vorm van kennisvergaring zelfs letterlijk gepropageerd. Het hoeft geen betoog dat de schrijver zelf op deze manier veel van de voor zijn verhalen benodigde informatie tot zich nam. Een andere pijler waar Sternau op rekent is zijn instinct. Hiervoor verwijzen we naar Karl May's fascinatie en bewondering voor de zogenaamde noble sauvage. Deze leeft veel dichter bij de natuur dan de geciviliseerde mens, en is nog niet gecorrumpeerd door geldgewin en het bijhorende bedrog. Als gevolg van zijn manier van leven beschikt hij over verscherpte zintuigen, en staat hij veel nauwer in contact met zijn oerinstinct. Toch ontwikkelde ook dokter Sternau deze verloren vaardigheden. Hij zwierf immers jarenlang door de wildernis van de Noord-Amerikaanse prairies.

Met een grenzeloze zelfopoffering voert Karl Sternau een ononderbroken strijd tegen onrecht. Telkens hij geconfronteerd wordt met een situatie die indruist tegen zijn sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel, komt hij tussenbeide, en kiest hij heftig kant voor de benadeelde partij, waarbij het de ene keer gaat om een hele bevolkingsgroep, en de andere keer slecht om één enkele kleine man. Daarbij gedraagt hij zich als een soort non-conformist die zich niet aansluit bij de heersende mening, en al zeker niet onvoorwaardelijk elke vorm van gezag en regelgeving gehoorzaamt. Het gezag geldt voor hem slechts in zoverre het rechtvaardig is. Een belangrijke factor daarin is het concept vrijheid. Karl May droomde van een rechtvaardige wereld waarin alle individuen en alle volkeren in vrijheid en vrede naast elkaar kunnen leven. Voor hem is dit mogelijk als iedereen zou leven naar de leer van de Schepper. Een vrij mens erkent geen menselijk gezag over een andere mens, en is slechts gehoorzaamheid en verantwoording verschuldigd aan God. In diens ogen zijn alle mensen in wezen gelijk, los van hun afkomst, titel of voorkomen. “De waarde van een mens wordt bepaald door zijn inborst.” ('Kanselier en Prairiejager', p.180). Deze waarde komt tot uiting in zijn woorden en daden, niet in zijn maatschappelijke positie en uiterlijke verschijning. Een in lompen gehulde smokkelaar getuigt soms van een beter karakter dan een piekfijn uitgedoste edelman. Karl May is een vurig tegenstander van standen- en rassendiscriminatie, maar zijn stokpaardje bij uitstek blijft de beoordeling van een persoon op basis van zijn uiterlijk. Haast als rode draad door zijn oeuvre speelt hij een spel met de lezer, door de hoofdfiguur zich vaak overdreven bescheiden te laten opstellen, wat keer op keer leidt tot een schromelijke onderschatting door de mede-protagonisten op basis van vooroordelen. De lezer kijkt telkens weer reikhalzend uit naar het moment waarop de held zijn ware aard onthult, iedereen met verstomming slaat, en confronteert met zijn eigen vooringenomenheid. Synthetiserend kan je stellen dat dokter Sternau een wandelende incarnatie is van een levenshouding die volgens de auteur kan leiden tot een ideale wereld moest de gehele mensheid zich hieraan spiegelen. Hij leeft zijn eigen interpretatie van het christendom, waarin ruimte is voor vergeving en berouw, maar ook voor bestraffing en wraak.

Karl May was een veelschrijver, en het is moeilijk een goed overzicht te krijgen van zijn volledige productie. Vooreerst is niet alles in het Nederlands vertaald, en voor zover dit wel het geval is, konden uitgevers blijkbaar moeilijk de neiging onderdrukken om de authentieke tekst grondig in te korten. Daarbij komt nog dat ook de Duitse Karl May Verlag dikwijls stukken herwerkte voor publicatie. Bij 'Woudroosje' zou dit echter niet het geval zijn. In de Prisma-reeks, die er prat op gaat een volledige onverkorte vertaling af te leveren, is 'Woudroosje' uitgegeven in vijf delen : 'Slot Rodriganda', 'De Piramide der Azteken', 'Juarez van Mexico', 'Kanselier en Parairiejager' en 'De Stervende Keizer.' Oorspronkelijk verscheen dit lijvig werk in feuilleton-vorm onder het pseudoniem Capitain Ramon Diaz de la Escosura. Het is de eerste van May's vijf zogenaamde kolportageromans, die later tegen zijn wil in boekvorm werden gebundeld. De uitgever Münchmeyer verspreidde zijn edities via een soort postdrager. Hieraan werd de term 'kolportage' ontleend, die in deze context min of meer de betekenis van pulp heeft gekregen. Los daarvan biedt deze verschijningsvorm een achterliggende verklaring voor de stijl van deze werken. Ze zijn er immers op gericht een breed publiek te bereiken en te blijven boeien. Het opzet kan wat worden vergeleken met het werk van Charles Dickens wiens boeken als serie in de krant verschenen. De fantastische gebeurtenissen volgen elkaar aan een hels tempo op, en worden doorvlochten met voor die tijd blijkbaar al wat gewaagdere liefdesaffaires. De schrijver brengt het geheel met de nodige dosis humor en lichtvoetigheid. Het grote verhaal wordt echter nooit uit het oog verloren, het boek vormt een meticuleuse constructie waarvan de verhaallijnen nauwkeurig in elkaar overlopen tot een eindpunt, en belangrijker dan de opeenvolging van avonturen is eigenlijk de onderliggende thematiek en boodschap die de auteur wil uitdragen.

Karl May (1842-1912) groeide op in een tegen de bittere armoede strijdend gezin, vandaar zijn sympathie voor de kleine man. Hij leek zijn droom een leraar voor het volk te zijn waar te kunnen maken, maar deze werd aan diggelen geslagen toen men hem ten onrechte beschuldigde van diefstal, en hij definitief uit het lerarenkorps werd geweerd. Hij hield er een levenslange obsessie voor gerechtigheid aan over, gecombineerd met een aan het ongezonde grenzend wantrouwen tegenover het gezag. Een ontgoochelde en wanhopige May begeeft zich op het pad van kleine criminaliteit en bij momenten hallucinante fraudepraktijken, en zal in totaal iets meer dan zeven jaar in gevangenschap doorbrengen. In die periode komt hij in contact met het christendom, en roept hij individuele vrijheid uit tot zijn hoogste goed. Zijn grenzeloze fantasie heeft hij volgens de overlevering ontwikkeld tijdens zijn eerste vijf levensjaren toen hij gedurende lange tijd wegens vitaminetekort zijn gezichtsvermogen verloor.

Voila, een arikel over Karl May zonder Winnetou te vernoemen. Of niet?

dinsdag 5 juli 2011

Manu Chao live in het Openluchttheater Rivierenhof, 3 juli 2011


Op het moment dat Iron Maiden amper 50 kilometer verderop zowat halverwege de set zit op de immense Werchter stage, betreedt Manu Chao, slechts geruggesteund door de standaard rockbezetting, het vele malen kleinschaligere podium van het uitermate sfeervolle Rivierenhof. Niet meer dan 5 minuten duurde het naar verluidt vooraleer het concert onherroepelijk uitverkocht was.
Het ervaren viertal weet perfect hoe een publiek te bespelen. Van bij de eerste noten houden ze de mensen in een greep die ze gedurende ruim anderhalf uur niet zullen lossen. Ze kiezen ervoor de energie van de live beleving te laten primeren op de complexiteit en verfijnde variatie die het studiowerk eigen zijn. De toeschouwers lusten duidelijk pap van deze no-nonsense aanpak. Chao laveert doorheen zijn oeuvre, en onderwerpt de gekozen nummers aan zijn beproefde live-recept. Hetzij de typische folky Manu Chao beat, hetzij een relaxte reggae groove wordt afgewisseld met een uiterst herkenbare opzwepende skapunk dreun. De zanglijnen worden dermate aangepast dat ze voor iedereen meezingbaar zijn.
Favorieten als 'King Kong Five', 'King of Bongo', 'Clandestino' en 'Me Gustas Tu' ontbreken niet, en het feest is compleet. De aanwezigen zingen, dansen, schreeuwen en springen in het rond. Het publiek wordt onophoudelijk opgehitst en brult de nummers gretig mee als ware het een schare voetbalsupporters. Veel ruimte voor nuance is er niet. Waar de Ohohoh's aanvankelijk nog sporadisch het optreden binnensluipen, eisen ze een steeds prominentere rol op, wat nog meer koren op de molen van de toeschouwers blijkt. Manu Chao profileert zich eens te meer als de internationale volkszanger die hij is. Het lijdt geen twijfel dat hiervoor ook een volle Werchter weide plat gaat, maar de vraag die zich stelt is of in deze intimistische setting een iets subtielere aanpak ook niet gewerkt had.