zaterdag 31 maart 2012

Screaming Trees : 'Last Words : The Final Recordings' (2011)


Screaming Trees is één van die steengoede bands waar zonder Nirvana relatief gezien nauwelijks iemand van gehoord zou hebben. In het zog van het onverwacht weergaloze succes van Kurt Cobain en zijn kornuiten trok de machinerie van de muziekindustrie zich destijds op voorspelbare wijze opgang. Zwaaiend met vette cheques en beloftes van internationaal succes lokten ze elke band uit de Amerikaanse noordwesthoek met een zweem van commerciële potentie weg uit hun natuurlijke biotoop van D.Y.I. en underground labels. Op nauwelijks tien jaar tijd werd de volledige Seattle scene opgesoupeerd. Toen tegen het eind van de vorige eeuw zelfs de zelfmoord van Cobain volledig uitgebuit leek, en de voormalige cash cows verliesposten waren geworden, was het volgens de regels van de economie zaak hier zo snel mogelijk vanaf de geraken. Eén voor één werden de grungegroepen gedumpt door hun major label. Na het nochtans excellente 'Dust' waren de Screaming Trees één van de laatsten in het rijtje die dit lot beschoren waren. De band bleef niet bij de pakken zitten, werkte aan nieuw materiaal, en trok tussen 1998 en 2000 op eigen houtje en zonder duidelijk plan de studio in. Nadat ze er als groep dan toch definitief de brui aangaven, verdwenen de gemaakte opnames ergens in een kelder, waar ze gedurende elf jaar stof lagen te vergaren, tot drummer Barrett Martin vorig jaar als bij toeval op de tapes stuitte. Hij werkte samen met producer Jack Endino aan de afwerking ervan, wat resulteerde in een volwaardig album, toepasselijk getiteld 'Last Words', dat hij zelf op zijn eigen independent platenlabel Sunyata Records uitbracht.

Van bij de allereerste tonen springt de warme frivoliteit van de typische Screaming Trees groove onmiddellijk in het oog. Waarschijnlijk is dit in retrospect zo opvallend omdat zanger Mark Lanegans latere solo werk steeds meer evolueerde naar de bijna pijnlijk naakte weergave van een verkillende in totale wanhoop verkerende ziel, weerspiegeld in het systematisch de kop indrukken van elke vorm van leven in de muziek. Zijn persoonlijke verwezenlijkingen getuigen van een ijzingwekkende schoonheid waarin het organische hoe langer hoe meer plaats ruimde voor het mechanische. Je kan niet anders dan opmerken dat de olijke Connor broers indertijd een vrolijk tegengewicht voor de sombere en stuurse Lanegan vormden, en zelfs in staat waren hem bij momenten, hoe perifeer ook, mee te sleuren in een positieve spiraal van levenslustige vitaliteit. Dit uit zich allemaal ook ten volle in de muziek. Hun hartverwarmende manier van spelen zorgt ervoor dat ten allen tijde een optimistische kern blijft overheersen. Ze schrikken er geregeld niet voor terug om zanglijnen te componeren die net iets te hoog zijn voor Lanegans stembereik, wat bij momenten een haast gezellig vrienden onder mekaar effect creëert. De uiterst kenmerkende Gary Lee Connor gitaarriedel, nadrukkelijk aanwezig op onder andere 'Black Rose Way', tovert spontaan een brede glimlach op eenieders gezicht. Waar Lanegan van nature de neiging vertoont zijn vluchtgedrag te kanaliseren in alcohol en drugs, verliezen de Connors zich eerder in science-fiction en fantasy.

Dit wil zeker niet zeggen dat Screaming Trees garant staat voor achteloos rondhuppelende bubblegum muziek, integendeel zelfs, zoals doorheen heel hun oeuvre krijg je ook hier te maken met een zwaarmoedig melancholische ondertoon, getuige daarvan nummers als 'Ash Grey Sunday' en 'Low Life', maar je hebt wel het gevoel dat de ellende minder fundamenteel is. Je bent ervan overtuigd dat ze er samen wel zullen uit geraken. 'Door into Summer' en 'Tomorrow Changes' laten duidelijk ruimte voor een hoopvolle opening naar de toekomst.

Als je dit album na al die jaren krijgt voorgeschoteld, overvalt je de weemoedige gedachte dat Mark Lanegan misschien beter bij deze bende was blijven rondhangen. Niet voor zijn carrière, zeker niet, maar eerder voor zijn algehele geestelijke en fysieke gesteldheid. 's Mans inktzwarte repertoire lijkt immers te wijzen op een donker decennium in zijn leven waarin slechts weinig vreugde te rapen viel. Het wekt een beetje de indruk dat hij zijn oude kameraden voor nieuwe vrienden heeft laten staan, die hem resoluut op het slechte pad brachten. In die zin is de kiem van het spreekwoordelijke kwaad weliswaar reeds gezaaid tijdens deze laatste opnames. Josh Homme die de laatste jaren als extra live gitarist rondtrok met de Screaming Trees speelt namelijk mee op 'Crawlspace', het nummer dat achteraf bekeken het meest als een voorafspiegeling van Lanegans latere werk kan gezien worden.

Concluderend is 'Last Words' een prima plaat waar fans van het eerste uur zeker een hoop plezier aan zullen beleven. Commercieel mocht het liedje van de Screaming Trees dan wel uitgezongen zijn, creatief-muzikaal was dat duidelijk allerminst het geval.