Als een soort rondzwervende troubadour
van de underground trekt Buzz Osborne al enige maanden non-stop in
zijn uppie van club naar bar naar alternatief festival in Amerika,
Australië en Europa. Met zijn nakende passage op Incubate (18.09,
Tilburg) en in De Kreun (19.09, Kortrijk) in het verschiet draaien
wij alvast het dit jaar verschenen 'This machine kills artists'
moeiteloos grijs. Terwijl King Buzzo bij de Melvins steevast kan
terugvallen op loodzware basklanken, verschroeiende gitaargolven en
fabelachtige drumsalvo's, brengt hij het er immers wonderbaarlijk
goed vanaf met (letterlijk) enkel een akoestische gitaar ter
beschikking.
Dat de godfather van de grunge bij de
Melvins songschrijver van dienst is moge nu definitief duidelijk
wezen. Drie kwartier lang worden we bestookt met een organische
aaneenschakeling van energieke tempowisselingen en aanstekelijke
monsterriffs die mits enkele effectpedalen en een batterij
versterkers zo op 'Bullhead' of 'Stoner witch' terecht hadden
gekunnen. Buzzo doet idiosyncratisch zijn eigen ding en past zich
noch in een meer countryfolkgeoriënteerde richting, noch op de kil
afgelikte wijze waarop metalgitaristen doorgaans akoestisch voor de
dag komen aan de verwachtingen aan, en weet zo op verrassende wijze
zowel de dreiging van sludge als snedigheid van punkrock tenvolle te
vangen op een onversterkte soloplaat..
Wel laat Osborne al te lange
noisescapes en bij de Melvins geregeld opduikende ambientmomenten
grotendeels achterwege waardoor het album uitermate gebald doorkomt.
Ook wordt de luisteraar voor een keer niet uitgedaagd met een aantal
absurde elementen of een overdaad aan experimenteerdrang waardoor het
album doordrongen is van een ernst die we bij zijn band weliswaar
geregeld tegenkomen, maar die dan steevast wat getemperd wordt door
ondermeer bizarre humor. Hoewel de lyrics aan de cryptisch kant
zijn, neigen we er op basis van een aantal niet mis te verstane
flarden zelfs naar te geloven dat we met een protestplaat te maken
hebben. 'This machine kills artists' werkt zich met een rotvaart naar
zijn einde, en barst van de variatie wat daarenboven tot uiting komt
in een erg veelzijdig gebruik van de vocalen die het hele spectrum
tussen blaffende punkstrofes en verheven gothicrefreinen ruimchoots
te buiten gaan.
Dat de Melvins-frontman het zonder Dale
Crover kan, wisten we al van de uit '92 stammende 'King Buzzo'-ep.
Dat hij echter ook volledig alleen en akoestisch een absoluut
meesterwerk kan afleveren, weze dan weer een aangename nieuwigheid.