dinsdag 27 augustus 2013

J. Slauerhoff: 'De opstand van Guadelajara' (1937)

Geïnspireerd door de Franse symbolisten voelde Jan Jacob Slauerhoff (1898-1936) zich al vroeg aangetrokken tot de (mentale) marge van de samenleving en aspireerde hij een zwervend bestaan. Als gediplomeerd geneeskundige ging hij dan ook aan de slag als scheepsarts, een keuze die de poëet veelvuldig naar Azië, Afrika en Zuid-Amerika bracht. Niet alleen zijn zwakke gezondheid, maar ook een af en toe de kop op stekend, diepgeworteld, onontkoombaar verlangen naar een zekere standvastige geborgenheid noopten hem, hoewel nooit voor lang, geregeld terug naar het Europese vasteland. Terwijl deze innerlijke strijd voor een groot stuk de thematiek van Slauerhoffs werk bepaalt, maakt hij in 'De opstand van Guadelajara' volledig komaf met beiden kanten van de medaille.

Doordrenkt van gitzwarte humor vormt deze novelle immers een karikaturale herneming van het Christusverhaal, die een somber beeld schetst van zowel ieders individuele drijfveren als de belangrijkste maatschappelijke pijlers zoals economie, politiek en religie. In dit postuum uitgegeven boek wordt een door escapisme gedreven, dolende nomade vanuit verschillende hoeken, met elk hun eigen, egoïstische oogmerk, tegen wil en dank ingeschakeld als een soort moderne verlosser om verandering en wat vitaliteit in een ingeslapen, bloedeloos miniwereldje te brengen. De valse messias kan de lokroep van het voor handen liggende comfort niet weerstaan, en wil basically gewoon met rust gelaten worden terwijl hij zich tegoed doet aan slaap, spijs en drank. Het conflicterende contrast met de hooggespannen verwachtingen van de ambitieuzen en hun volgelingen kan niet groter zijn en levert vaak hilarische situaties op. Met veel zin voor esthetiek, in een licht filosofische doch doeltreffende stijl leidt de auteur zijn verhaal naar een noodlottig einde dat ontaardt in een halve kruisiging, die de verlosser weliswaar overleeft, maar zijn bewegingsvrijheid erg inperkt.

Waar, parallel aan zijn eigen leven, Slauerhoffs oeuvre doorgaans worstelt met de vraag zich ofwel te settelen ofwel te gedragen als een bohémien, getuigt deze bittere pastiche van een grote ontgoocheling in beide mogelijkheden. De schrijver lijkt in de laatste jaren van zijn korte bestaan tragisch genoeg ten prooi gevallen aan een algehele desillusie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten