Waar de alsmaar frequenter
heropduikende begin-jaren 90-invloeden dikwijls nogal gratuit en
opportunistisch overkomen, is dat bij Mozes and the Firstborn
allerminst het geval. De alternatieve gitaarrock op het zelfgetitelde
langspeeldebuut van de Nederlanders is doordrenkt van een ontroerende
authenticiteit en weet vooral de geest van wat ons betreft één van
de interessantste periodes uit de recente muziekgeschiedenis op haast
onnavolgbare wijze te vatten.
Dat het viertal kwistig catchy hooks en
melodieuze refreinen in het rond strooit valt meteen op bij
openingsduo 'Bloodsucker' en 'Peter Jr'. Terwijl je het lichtvoetige
en uitermate aanstekelijk meezingbare 'I got skills' als het
buitenbeentje op de plaat kan beschouwen, zorgen de aan een
hypnotizerend dreunende riff opgehangen 'Seasons' en 'Time is a
headache' ergens halverwege voor een kantelmoment. Het smachtende
'Gimme some' haalt hierna met zijn dubbele refrein weliswaar nog eens
alles uit de kast en vormt daarmee een waar pareltje in dynamische
altrock, maar doorgaans worden zowel tempo als totaalsound flink
getemperd. We hebben het dan ondermeer over het Beatlesiaans poppy
'Skinny girl', de naakte singer-songwriter folk op 'Down with the
band' en het oerbluesy, fieldrecording uitademende 'Heaven'.
Hoewel frontman Melle Dielesen zijn
zanglijnen met een typische lo-fi lijzigheid brengt, laat hij dit
niet ten koste gaan van helderheid, beweeglijkheid en soepele kracht.
Thematisch spreekt uit zijn tegelijkertijd poëtische en redelijk
directe lyriek vaak de subtiele maatschappijkritiek van de outsider;
allemaal met een natuurlijke gratie gebracht waardoor het als
vanzelfsprekend weer goed voelt om niet tot de goegemeente te behoren
en er zelfs een tikkeltje scheef door bekeken te worden. Op
bijna-afsluiters 'Down with the band' en 'Party crasher' schrikt hij
er evenmin voor terug de erg persoonlijke toer op te gaan.
Mozes and the Firstborn trok de erfenis
van onder andere Pavement, Guided By Voices en de Pixies een fris,
gevarieerd en modern jasje aan, en leverde een dijk van een debuut
af. Dat de Eindhovenaars ook in Amerika voet aan de grond lijken te
krijgen en zelfs opgenomen werden in de Burger Records familie
verwondert ons dan ook amper. We kunnen dit trouwens enkel uit volle
borst toejuichen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten