maandag 3 mei 2010

Filip de Pillecyn : ‘Vaandrig Antoon Serjacobs’ (1953)


“Er zijn immers mensen die nooit kunnen weggeraken uit de afgrond waarin zij door het leven geworpen werden.” (Filip de Pillecyn Omnibus, Davidsfonds, 1985, p.342)


Filip de Pillecyn (1891-1962) neemt ons mee naar de Oostenrijkse Nederlanden van de 2de helft van de 18de eeuw. Het verhaal vertelt de haast naturalistische neergang van Antoon Serjacobs na zijn oneervol ontslag als huzarenofficier. Uit de in een historisch kader geplaatste opeenvolging van psychologische en noodlottige noodzakelijkheden, spreekt een eerder somber wereldbeeld, gekoppeld aan een zekere gelatenheid. De auteur geeft blijk van een scherp en weldoordacht inzicht in de menselijke geest, en beschikt over een even doelmatige als rijke taalbeheersing. De Pillecyn springt razend efficient om met bechrijvingen en sfeerschepping, waardoor zijn proza zeer krachtig overkomt, en er tegelijkertijd ruimte blijft voor het misterie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten